Post by Admin on Apr 29, 2016 15:02:14 GMT 1
Klimaatzones, seizoenen en strandplaats-gevolgen
Het klimaat op een groot tropisch eiland is complex, speciaal als er dichtbij een massief continent (India) ligt en het ook nog een bergland kent. Er zijn vele sites met weersvoorspellingen en bijvoorbeeld ook cumulatieve regenval per maand, maar die geven zelden een volledig genoeg beeld; bijvoorbeeld omdat regenval ’s nachts voor een toerist heel andere invloed heeft dan midden op de dag. Vandaar dat je hier een hoog-over introductie krijgt in de gebieden en seizoenen.
Gebieden
Het eiland is op te delen in zes voor toeristene belangrijke gebieden, en ieder heeft een van jaar op jaar min of meer consistent meteorologisch patroon; met enkele variaties die je verderop leest. Nu eerst de beschrijving per regio samen met hun temperaturen; deze worden namelijk niet bepaald door de moessonwind-seizoenen maar (voor de hoger gelegen gebieden) door dezelfde zonnekalender die ook het Europese klimaat bepaalt. Ook lees je de luchtvochtigheid per regio, hoewel deze wel enigszins fluctueert met de moessonwind-seizoenen.
Zuidwestkust
Deze loopt vanaf Mannar-Kalpitiya in het noordwesten tot aan Galle aan de zuidwestpunt. De temperatuur is gemiddeld 27’ ’s nachts en 32’ overdag, met maart-april als warmste maanden en november-december als ‘koelste’. De luchtvochtigheid is hoog, rond de 90%, behalve voor het drogere noorwestelijke stuk (Mannar tot aan Kalpitiya-Puttalam).
Zuidkust
Dit is het gebied tussen Galle en Yala park, inclusief de laaglandvlakte tot aan Belihul Oya-Ella met daarin bijvoorbeeld Uda Walawe park. Aan de kust zijn de temperaturen net als aan de zuidwestkant 27’-32’, dieper het land in enkele graden warmer. De luchtvochtigheid echter is anders. De westelijke helft, grofweg tot aan de lijn van Tangalle naar het noorden, gedraagt zich zoals de zuidwestkust met vooral regenval in de intermonsoons en de zuidwestmoessontijd juni-december. Het gebied Tangalle-Hambantota-Yala en het bijbehorende binnenland is één der droogste zones van het eiland; als het daar regent is dat vooral in de wintermaanden door de noordoostmoesson.
(Noord)oostkust
Deze loopt vanaf Jaffna in de noordpunt van het eiland via Trinco-Passekudah-Batticaloa-Arugam Bay tot aan Yala. De temperatuur is wederom gemiddeld 27’ ’s nachts en 32’ overdag, met juli-augustus als warmste maanden en november-januari als koelste. De luchtvochtigheid is wederom hoog met uitzondering van grote stukken van het Jaffna schiereiland en van de zuidkant Arugam Bay – Yala.
(Hoger) bergland oftewel de ‘Hill Country’
Dit is grofweg gedefinieerd als het berggebied ten zuiden van Kandy: aan de zuidwestkant tot aan Kadugannawa en Adam’s Peak en aan de zuidkant via Nuwara Eliya naar de bergrug Belihul Oya – Haputale – Ella – Badulla. Hier worden temperatuur en luchtvochtigheid beïnvloed door vooral de hoogte en de zonnekalender; in de zogeheten ‘koude tropen’ zijn deze factoren veel belangrijker dan de moessonwinden, hoewel deze winden wel de regens bepalen. Temperaturen zijn bijvoorbeeld in Haputale en Nawalapitiya-Hatton, op ongeveer 1000 m hoogte, 15’ ’s nachts en 25’ overdag in de zomer en 5 graden lager in de winter. In Nuwara Eliya, op 2000 m hoogte, is het 10-20’ in de zomer en 3 graden ’s nachts tot 15’ overdag in de winter, met soms zelfs nachtvorst. Luchtvochtigheid ligt bijna op het lage Europese niveau.
Qua regen heeft de noordoostmoesson (oktober-februari) vooral invloed op de oostelijke helft en de zuidwestmoesson (juni-november inclusief intermonsoon) vooral op de westelijke helft; dit verklaart bijvoorbeeld waarom Adam’s Peak, aan de zuidwestkant, 7 maanden per jaar onverstandig is om te beklimmen.
Kandy en lager bergland
Dit is de stad maar ook het Matale-Knuckles bergmassief aan de noord- en oostkant. De temperatuur varieert van 17’ (nacht) tot 25’ (dag) in de zomer en 10’ tot 20’ in de winter. Luchtvochtigheid op Kandy-hoogte is rond de 50% overdag.
Culturele Driehoek
Van dit gebied bestaan meerdee definities; hier hanteren we het gebied tussen Anuradhapura aan de westkant, Matale in het zuiden en dan Dambulla en Pollonaruwa als oostgrens. Het is een grote laagvlakte, relatief afgeschermd van de kustwinden door lage bergruggen. Daardoor ligt de temperatuur hoog voor het eiland, van 30’ ’s nachts tot 35’ en soms 40’ overdag met name in maart-april. Luchtvochtigheid is 80-90%. Regen varieert per subregio en seizoen; de westelijke helft valt meer onder de zuidwestmoesson en het gebied bij Habarana-Pollonaruwa meer onder de noordoostmoesson.
Seizoenen
Hier hanteren we echt het volksgebruik zoals de lokale kranten het kennen, niet persé de officieele meteorologische definities. Er zijn vier hoofdseizoenen, plus twee ‘grijze schemergebieden’ tussen de grote moessonseizoenen in. Moesson is een wind en staat (i.t.t. in bijvoorbeeld India of de Cariben) niet gelijk aan regen; de meest direkte invloed is op de golven en zeestromingen, en in mindere mate de regens op het land.
• Noordoostmoesson, midden december tot februari. Dit betekent consequent (erg) slecht weer aan de oostkust, en goed droog weer in het zuidwesten. Het noordoosten ligt dan immers aan de 'bovenwindse' kant (loefzijde) van het eiland, en het zuidwesten aan de 'benedenwindse' kant (leizijde).
• Eerste intermonsoon (‘tussen de moessons’) periode, juni en eerste helft juli.
• Zuidwestmoesson, medio juli tot september. Goed weer aan de oostkust; aan de zuidwestkust biedt het zonnige dagen tot ergens halverwege de middag en daarna wolken en soms korte hevige regens. De zee aan deze kust heeft hoge golven en sterke stroming. Dit is wederom omdat loefzijde en leizijde omgeklapt zijn, nu is de oostkust beschut tegen de wind.
• Tweede intermonsoon; het begintijdstip kan fluctueren maar veelal eind oktober, en lopend tot medio december.
Beide intermonsoons, oftewel de periode dat de winden aan het draaien zijn, hebben vergelijkbare effecten vooal aan de zuidwestkust: tamelijk onvoorspelbaar en niet al te goed weer. Er zijn drie soorten dagen, vaak in aaneengesloten blokken van enkele dagen eenzelfde weer:
a) Mooie zonnige ochtenden met verderop in de dag wolken/regen (á la zuidwestmoesson)
b) Donkere-wolken dagen met geregeld forse buien
c) Drie-seizoenen-in-één-dag perioden: zon, wolken, heftige bui, dan weer zon en zo verder.
Dit geldt aan de zuidwestkust voor beide intermonsoons, maar aan de oostkust alleen voor de tweede (najaars)intermonsoon. Oostkust heeft dus fraai weer april-oktober.
In de tussengebieden maart-mei en het grootste deel van oktober kun je invloeden van beide aangrenzende seizoenen tegenkomen. Ze kunnen nog blauwe lucht en heel warm zijn aan de zuidwestlant, en kunnen ook al regenachtige dagen hebben en wat ruwere zee.
De boven gegeven beschrijving van de seizoenen richt zich vooral op de (drie) kustregio’s. Dit komt omdat de twee berglandregio’s en de Culturele Driehoek geen eenduidige invloed hebben, en de berglanden ook nog eens een aanzienlijke zonnekalender-invloed.
Je kunt i.h.a. zeggen dat de oostelijke helft van deze drie binnenlandregio’s meer invloed heeft van de noordoostelijke moessonwind; bijvoorbeeld Badulla en Nuwara Eliya zijn berucht om overstromingen en modderlawines in december-januari, en de Habarana parken hebben dan regelmatig overstroomde delen dicht bij de reservoirs en rivieren. Ook Knuckles en Ella zijn dan geen lekkere gebieden voor trekkings. Maar Sinharaja en Adam’s Peak, aan de zuidwestkant, hebben vooral ’s middags langdurige regens in alle maanden behalve de noordoostmoessontijd.
Kandy en de bergen rond Eliya-Ella hebben in de intermonsoons en aanpalende maanden nog een ander ongrijpbaar probleem: de dag kan geheel zonnig en warm zijn, maar áls een door de warmte ontstane wolk in de laaglanden de berg bereikt kan hij daar blijven hangen en urenlange pijpestelen veroorzaken. Langdurige ‘India-moesson’ achtige buien vind je dus vooral in de bergen, niet aan de kust.
De klap op de vuurpijl in dit overzicht, en ook een soort samenvatting, is een tabel met de impact van seizoenen per regio. Daarbij lees je dan steeds het klimaat (hoe zonniger hoe beter) en waar dat van toepassing is ook of de zee kalm is (wat zwemmen, onderwatersporten en surfen toestaat).
Strandklimaat en opties
Omdat strandaanbidders nog meer dan cultuur- en natuurbezoekers aan het eiland van het weer afhankelijk zijn, en ook nog eens niet alleen van blauwe lucht maar ook kalme zee, geven we hieronder nog wat meer detail over het gevolg van deze seizoenen voor de stranden rondom het eiland. Met niet zozeer ‘het gedrag in vier seizoenen’, maar ‘het goede seizoen voor xxx aan deze kust’. Per locatie beschrijven we vier aspecten:
- Seizoen voor snorkelen en duiken, indien relevant. En gesplitst naar direkt bij de kust (indien daar een rif aanwezig is) of ‘offshore’ via boottrips naar rifgebieden verder op zee. Indien we ‘ja’ antwoorden voor duiken/snorkel direkt bij de kust dan is er ook vaak een offshore-optie, maar die zal dan minder populair zijn.
- Seizoen voor surfen: indien er een ‘surf break’ aanwezig is dus het juiste soort golven. Je ziet dat de 'breaks' aan de leizijde liggen niet al te ver van krommingen in de kust - blijkbaar is de harde wind nodig voor de golven maar moet er een stuk kustkromming/'kaap' dan weer voor voldoende beschutting zorgen.
- Seizoen voor zwemmen in de open zee. Dit kan zijn ‘hele jaar’ (indien er een rif ligt dicht genoeg bij het strand om bescherming te bieden) of slechts de paar maanden per jaar dat er geen sterke zeewind is aan de betreffende kant van het eiland.
- Bars en restaurants. Vanzelfsprekend hebben deze niets te maken met het klimaat, maar niet geheel toevallig is dit (nu ja, samen met reistijd van het vliegveld) de belangrijkste niet-klimaat dimensie voor strandaanbidders waarmee ze bepalen waar te boeken. Daarom voegen we dit hier voor het gemak toe. De niveaus kunnen zijn
- Geen: eet halfboard in je hotel, of a-la-carte in de restaurants van de hotels/guesthouses in de buurt. Of als je dat aandurft bezoek de lokale ‘rice and curry shops’ (straatverkopers-klasse) met hun extreme niveau van spaanse pepers en vaak hoogst dubieuze hygiene (bijvoorbeeld overal kraanwater i.p.v. gefilterd water). Algemeen advies is om gewoon halfboard te boeken
- Beperkt: er zijn een paar restaurants en bars op toeristenniveau in de buurt. Maar veelal erg verspreid (bijvoorbeeld één om de hoek van een groot hotel), en je hebt dus geregeld tuktuk of bus nodig om er vanaf je eigen accommodatie te komen.
- Goed: de meeste toeristen boeken alleen Bed & Breakfast in hun hotel omdat er op loopafstand ruimschoots toeristenniveau restaurants en bars zijn.
We beschrijven het eiland vanaf de noordpunt tegen de klok in, omdat de zuidweststranden het populairste zijn. Als een strand/dorp niet genoemd is, dan kun je aannemen
* Dat voor bars/restaurants ‘geen’ geldt
* Dat je voor de wateraspecten moet interpoleren (aspecten ‘doortrekken’) vanuit de situatie van de meest nabije wél genoemde gebieden
